De iPhone 4 gebruiken in combinatie met Airport Extreme

De nieuwe iPhone 4 is voorzien van een chipset die de snelle Wi-Fi standaard 802.11n ondersteund. Het grote voordeel van de 802.11n standaard is dat het gebruik kan maken van 5Ghz frequentie. Deze frequentie wordt op dit moment nog veel minder gebruikt dan de 2.4Ghz frequentie waarvan de tragere 802.11b/g/n standaarden gebruik van maken. Hierdoor zal je veel minder last hebben van andere draadloze netwerken in de buurt en dit komt ten goede aan de performance van je draadloze verbinding.

Dit klinkt natuurlijk allemaal heel erg mooi maar in het geval van de iPhone 4 zit er een addertje onder het gras. De iPhone 4 ondersteunt in tegenstelling tot de iPad namelijk alleen maar 802.11n op 2,4Ghz! Het toestel kan dus simpel weg geen gebruik maken van een 802.11n signaal op 5Ghz en dit kan in sommige gevallen problemen opleveren. Waarschijnlijk is door Apple hiervoor gekozen om de batterijduur te sparen.

Toen ik voor het eerst de iPhone 4 gebruikte op mijn Airport Extreme (de meeste recente uitvoering met dubbele antenne) merkte ik op dat het ophalen van MobileMe email, het bekijken van Youtube videos en het verzenden van tweets met een Twitter applicatie ontzettend traag was.

De iPhone 4 probeerde een 802.11n verbinding te maken met de Airport Extreme maar moest constant terugschakelen naar 802.11g op 2,4Ghz dit veroorzaakte een enorme vertraging. Uiteindelijk heb ik een trucje gevonden om zowel mijn MacBook, iPhone 4 en iPad vloeiend gebruik te laten maken van het 802.11n netwerk op zowel 2.4Ghz als 5Ghz.

1. Start het Airport-configuratieprogramma en kies voor de handmatige configuratie modus. Schakel het gastnetwerk uit als je daar gebruik van maakt. Je vindt deze optie terug onder Airport ▸ Gastnetwerk. Deze kan je later weer opnieuw inschakelen.

2. Ga nu naar Airport ▸ Draadloos en klik met de alt⌥-toets ingedrukt op de ‘Radio modus’. Door de alt⌥-toets te gebruiken krijg je extra mogelijkheden om het Wi-Fi signaal te verdelen over de twee interne antennes, selecteer: ‘Alleen 802.11n (5Ghz) - Alleen 802.11n (2,4Ghz)’. Door deze instellingen wordt er één interne antenne gebruikt voor het 802.11n (5Ghz) signaal en de andere voor 802.11n (2,4Ghz) persoonlijk gebruik ik deze optie omdat ik geen gebruik meer maak van 801.11/b/g apparaten.

Wanneer je nog gebruik maakt van 802.11b/g apparaten in je netwerk kies dan voor: '‘Alleen 802.11n (5Ghz) - Alleen 802.11b/g/n’

3. Klik hierna op de knop ‘Opties draadloos netwerk..’ onder in het venster. Activeer de optie ‘Naam 5-Ghz netwerk’ en geef deze een herkenbare naam. Klik hierna op de knop 'Werk bij...' om de wijzigingen actief te maken.

We hebben nu twee Wi-Fi netwerken aangemaakt waarvan één werkt op 802.11n 5Ghz en één op 2,4Ghz.

Ga nu naar de netwerkinstellingen via  ▸ Systeemvoorkeuren ▸ Netwerk en selecteer de Airport netwerkadapter. Klik op de knop geavanceerd en verwijder de Airport Extreme WiFi netwerken die je gebruikt. Dit doe je door het netwerk te selecteren en op de '-' knop te klikken. Sluit hierna de netwerkvoorkeuren af.

Je kan nu je MacBook en iPad zonder problemen aanmelden op het 5Ghz netwerk en je iPhone 4 op het 2,4Ghz draadloze netwerk. Je zult merken dat je iPhone 4 nu stukken sneller is wanneer je gebruik maakt van het draadloze netwerk. Eventueel kan je nu ook weer het gastnetwerk activeren als je daarvan gebruik wilt maken.

Met behulp van Geavanceerd ▸ Logs en statistieken ▸ Draadloze clients kan je de status van de verbonden draadloze apparaten bekijken.