De bevoegdheden van bestanden en mappen kunnen met behulp van Finder en de 'Toon info'-optie eenvoudig worden aangepast. Daarnaast kun je ook in Terminal het chown-commando gebruiken voor het aanpassen van de bevoegdheden. Wanneer (onbedoeld) de bevoegdheden van bestanden of mappen in je thuismap foutief zijn aangepast, kan dit een groot aantal problemen veroorzaken.

Mocht je Mac problemen vertonen met één of meerdere van de onderstaande symptomen, dan is het aan te raden om de lees- en schrijfbevoegdheden te herstellen. Dit kan gedaan worden met behulp van Finder en een terminalcommando.

Onder macOS 14 Sonoma en nieuwer heeft Apple een kleine visuele aanpassing toegevoegd aan de gebruikersinterface waardoor het makkelijker is te zien dat de Caps Lock actief is op je Mac. Wanneer de Caps Lock toets is geactiveerd type je alleen in hoofdletters en zal er een pijl-symbool onder de cursor worden weergeven.

Je kunt je natuurlijk afvragen wat dit voor nut heeft, je ziet bij het typen en aan het lampje op het toetsenbord dat de Caps Lock actief is. De indicator kan echter wel handig zijn bij het invullen van een wachtwoord, meestal worden deze invoervelden namelijk gemaskeerd met bolletjes of sterretjes.

In voorgaande versies van macOS was het mogelijk via de systeeminstellingen mogelijk om je Mac op een bepaald tijdstip op te starten en/of af te sluiten. Deze mogelijkheid is verdwenen in de systeeminstellingen, maar met behulp van macOS Terminal en pmset kun je hiervan nog steeds gebruikmaken.

Met het pmset (power management settings) commando, kun je ervoor zorgen dat je Mac bijvoorbeeld iedere werkdag om 08:55 opstart. Zodat je na binnenkomst direct aan de slag kunt, mocht je dat willen natuurlijk...

macOS bevat veel verborgen bestanden die je als normale gebruiker niet te zien krijgt. Het gaat hier om systeembestanden zoals .htaccess, .profile en .bash. Dit zijn erg belangrijke bestanden en verborgen voor het oog omdat het wijzigen of verwijderen van deze bestanden ernstige problemen kunnen veroorzaken.

Als je weet wat je doet en je hebt een bepaald verborgen bestand nodig, dan is het handig om te weten dat je deze bestanden kunt weergegeven via Terminal. Met behulp van onderstaande stappen leggen uit hoe je ze zichtbaar kunt maken.

Op het moment dat je een nieuwe macOS Terminal- of iTerm-sessie start, verschijnt in het venster het tijdstip waarop je deze voor het laatst hebt gebruikt. Deze melding ziet er als volgt uit: "Last login: Thu Jun 20 13:55:42 on ttys001".

Wanneer je om wat voor reden dan ook deze melding niet wilt tonen, is het mogelijk om deze Last Login-melding uit te schakelen. Hiervoor moet je gebruikmaken van een speciaal commando; je kunt dit niet aanpassen via de Terminal-instellingen. Hieronder lees je hoe je de melding kunt uitschakelen en eventueel weer kunt inschakelen.

macOS is standaard voorzien van een VPN-client, deze is onderdeel van de netwerkinstellingen van de Mac. Via de instellingen kun je verschillende VPN-verbindingen toevoegen, standaard is er ondersteuning voor IKEv2, Cisco IPSec en  L2TP over IPSec. 

Nadat de VPN-verbinding is geconfigureerd kun je deze starten vanuit de  ▸ Systeemvoorkeuren ▸ Netwerk. Je kunt een VPN-verbinding ook starten vanuit macOS Terminal. Dit maakt het mogelijk om een VPN te starten en/of te stoppen vanuit een script. Je kunt dit ook gebruiken met commerciële VPN-diensten zoals NordVPN, ClearVPN, etc.

Een Raspberry Pi, digitale camera, navigatiesystemen en andere apparaten maken gebruik van een SD-kaart. De SD-kaart bevat in dergelijk geval vaak de software, beelden of andere informatie die door het apparaat worden gebruikt.

In sommige gevallen kan het handig zijn om een back-up van de SD-kaart te maken. Mocht er iets mis gaan met de SD-kaart dan kun je altijd de back-up terugplaatsen, al dan niet op een nieuwe SD-kaart.

Wanneer je een website wilt bezoeken dan wordt er eerst contact gezocht met de DNS server van je provider. Aan de DNS server wordt het IP-adres dat bij de domeinnaam hoort opgevraagd. Een DNS server zet dus een domeinnaam (zoals appletips.nl) om naar een IP-adres waarmee je Mac verbinding kun maken.

Op het internet communiceren alle apparaten alleen op basis van unieke IP-adressen met elkaar. Omdat een IP-adres (bijvoorbeeld: 123.10.10.124) moeilijk te onthouden is wordt er gebruikgemaakt van DNS. Een DNS server verstrekt het IP-adres waarop een domeinnaam is terug te vinden.

Netwerkverbindingen kunnen worden opgedeeld in verschillende lagen volgens het OSI model. Het Open Systems Interconnection model (OSI-model) is een open standaard om netwerkcommunicatie mogelijk te maken.

Iedere laag binnen het OSI model heeft een specifieke taak binnen een verbinding. In totaal zijn er zeven verschillende lagen die worden gebruikt bij netwerk communicatie (Fysiek, Datalink, Netwerk, Transport, Sessie, Presentatie, Applicatie).

De kwaliteit van een netwerkverbinding kan op verschillende manieren worden bepaald. Om de kwaliteit van een draadloze wifi-verbindingen aan te geven, wordt vaak alleen gekeken naar laag 1 (Fysieke). In deze laag kun je eigenschappen zoals RSSI, ruis, verzend en ontvangstsnelheid terugvinden. 

Steeds meer Macs beschikking over Touch ID. Dat is een vingerafdrukscanner die rechtsboven aan het toetsenbord is toegevoegd. Je vindt deze o.a. terug op de MacBook Pro, MacBook Air, maar ook de 24-inch iMac in combinatie met een Magic Keyboard met Touch ID beschikt over een vingerafdrukscanner,

Met behulp van Touch ID kun jezelf identificeren en krijg je toegang tot je Mac, Apps en wachtwoorden. Het is ook mogelijk om Touch ID te gebruiken in macOS Terminal en iTerm 2 om jezelf te identificeren. lees verder ▸