In Mac OS X is het heel eenvoudig om te bepalen welk type processor aanwezig is in je Mac. De algemene informatie over je CPU is namelijk terug te vinden onder  ▸ Over deze mac. In het venster verschijnt de snelheid en de algemene omschrijving van de processor, bijvoorbeeld ‘2.4 Ghz Intel Core 2 Duo’. Deze informatie kun je ook via OS X Terminal opvragen, start Terminal (Programma’s ▸ Hulpprogramma’s) en typ het onderstaande commando: lees verder ▸

Sinds iWork '09 is het mogelijk om een document te voorzien van een wachtwoord waardoor het voor derden niet meer mogelijk is om het documenten te openen. Deze optie is in alle applicaties van iWork '09 beschikbaar. Open in het document dat je wilt beveiligen het Infovenster met behulp van de toetscombinatie cmd⌘ + option⌥ + I of met behulp van het blauwe cirkel symbool in de knoppenbalk. Klik op het document symbool linksboven in het venster en selecteer de document sectie in de tabbladen. lees verder ▸

Het verwijderen van applicaties onder Mac OS X is in de meeste gevallen niet meer dan het slepen van de applicatie naar de prullenmand. Wanneer je deze methode hanteert dan blijven in de meeste gevallen echter toch nog een aantal bestanden achter op je harddisk. Een Mac OS X applicatie bestaat vaak uit 2 of 3 verschillende componenten. 1. Application.app: Dit is het bestand wat je dubbelklikt om de applicatie te starten, deze bevinden meestal in de map ~/Programma’s. lees verder ▸